Op zaterdag 24 augustus 2019 was het dan weer zover. De traditionele opening van het nieuwe biljartseizoen. Dit jaar had het Bestuur, t.w. Pieter, Ivar en Edwin weer een sportief element ingelast en dat was 'KOLVEN'.
In een fraaie, tegeltjesblauwe, uitnodiging had Ivar al de nieuwsgierigheid opgewekt om er achter te komen wat 'kolven' nu eigenlijk was, maar uit de Delfstblauwe tegeltjes die op de uitnodiging stonden konden velen er wegwijs uit worden.
Daarom geven wij hieronder een uitleg en spelregels over de kolfsport en ook nog een verhaal over de unieke locatie waarin het 'feest' zich af zou spelen, t.w. HET MORIAANSHOOFD in het wonderschone WORMER.
Het was in elk geval een fantastisch, druk bezochte, opening van het nieuwe seizoen met een uitstekend Italiaans Buffet, een goede bediening en vooral hulde voor de beide heren die aan ons kolf-toernooi vakbekwaam en op een leuke wijze leiding en uitleg gaven.
Voor de volledigheid: Yola van Splunteren toonde zich het beste talent van de groep en won een zak met "zwart geld" dat achteraf een zak muntdrop was. Bij de heren waren Hans Deen (1e), Martin Baars (2e) en Willem Lijnzaat (3e) de gelukkigen die van de organisatie een gratis lidmaatschap van de plaatselijke kolfclub (Togido) voor een periode van 3 maanden aangeboden kregen als prijs.
Samenvattend: Piet, Ivar en Edwin, bedankt het was weer heerlijk gezellig en goed geregeld.
In een fraaie, tegeltjesblauwe, uitnodiging had Ivar al de nieuwsgierigheid opgewekt om er achter te komen wat 'kolven' nu eigenlijk was, maar uit de Delfstblauwe tegeltjes die op de uitnodiging stonden konden velen er wegwijs uit worden.
Daarom geven wij hieronder een uitleg en spelregels over de kolfsport en ook nog een verhaal over de unieke locatie waarin het 'feest' zich af zou spelen, t.w. HET MORIAANSHOOFD in het wonderschone WORMER.
Het was in elk geval een fantastisch, druk bezochte, opening van het nieuwe seizoen met een uitstekend Italiaans Buffet, een goede bediening en vooral hulde voor de beide heren die aan ons kolf-toernooi vakbekwaam en op een leuke wijze leiding en uitleg gaven.
Voor de volledigheid: Yola van Splunteren toonde zich het beste talent van de groep en won een zak met "zwart geld" dat achteraf een zak muntdrop was. Bij de heren waren Hans Deen (1e), Martin Baars (2e) en Willem Lijnzaat (3e) de gelukkigen die van de organisatie een gratis lidmaatschap van de plaatselijke kolfclub (Togido) voor een periode van 3 maanden aangeboden kregen als prijs.
Samenvattend: Piet, Ivar en Edwin, bedankt het was weer heerlijk gezellig en goed geregeld.
Spelregels van het Kolven
Kolven is een sport (of spel), waarbij de bal met een kliek (= slaghout) tegen een paal wordt geslagen en zo punten kunnen worden gescoord. Tegenwoordig gebeurt dit altijd overdekt, maar in de (late) middeleeuwen waren de meeste banen nog in de open lucht. Het kolfspel is een kort baanspel en wijkt dus af van het middeleeuwse lange baancolf.
Spelregels
Het spel kent een driedelige slag en begint op of achter de paallijn.
Kolven is een sport (of spel), waarbij de bal met een kliek (= slaghout) tegen een paal wordt geslagen en zo punten kunnen worden gescoord. Tegenwoordig gebeurt dit altijd overdekt, maar in de (late) middeleeuwen waren de meeste banen nog in de open lucht. Het kolfspel is een kort baanspel en wijkt dus af van het middeleeuwse lange baancolf.
Spelregels
Het spel kent een driedelige slag en begint op of achter de paallijn.
- De speler slaat zijn eerste slag (= uitklap) naar de achterpaal en probeert deze te raken.
- Als dat lukt, dan slaat hij de bal vanaf een punt op de cirkel rond de achterpaal via de achterpaal terug richting voorpaal (opklap); als bij de uitklap de achterpaal niet is geraakt, dan speelt de speler vanaf het punt waar de bal tot stilstand is gekomen via de achterpaal in de richting van de voorpaal.
- De derde slag loopt via de voorpaal en daarbij probeert de speler de bal zover mogelijk in het achterveld te krijgen (puntenklap). Op het speelveld kan het puntentotaal worden afgelezen. Bij het huidige kolfspel worden deze drie slagen vijf keer herhaald en de behaalde punten getotaliseerd. Maximaal zijn in een speelpartij 5 x 12 = 60 punten te behalen.
HET MORIAANSHOOFD

Het Moriaanshoofd was een Café met kolfbaan in Wormer, 'op de hoecke van de Kerckstraet', het vroegere dorpscentrum. Het gebouw werd als herberg gebouwd in 1585 door Sijmen Moerjaen en hij noemde dit het Moerjaenshooft. Het familie-embleem van Sijmen Moerjaen, het hoofd van een Moerjaen, of Mooriaan siert nog steeds de gevel. Binnen, achter de tap van het voorcafé, staat een Moriaanshoofd van hout, gemaakt door ir. J. Wassink, te Jisp.
In 1591 werd de zaak overgenomen door Claesz Waert. En zo'n tachtig jaar later, in 1675, ging de herberg over in handen van het Gilde der Gistjagers. Dit genootschap leverde gist voor het deeg van de alom bekende 'tweeback', een dubbel gebakken soort scheepsbeschuiten, vrij lang houdbaar, zodat dit voor de walvis-, haring- en koopvaardijvaart een zeer geliefd en betrouwbaar voedsel was. Dit werd dan ook op grote schaal gebakken in de circa 150 bakkerijen van Wormer en Jisp. Hierbij inbegrepen de vele mensen die thuis in een klein oventje ook tweeback bakten en dit leverden aan de bakkers, of dit door speciale broodventers op de markt in Amsterdam lieten verkopen.
Vaak werd het scheepsvolk in die tijd in het Mooriaanshoofd, of in een andere herberg aangemonsterd. Pal tegenover het Moerjaenshooft stond het Reghthuijs, waar de gemeenteraad zitting hield. Ook werden sommige vergaderingen in het Moerjaenshooft gehouden, bijvoorbeeld door de Heemraden van de banne Wormer, Jisp en Neck.
In 1712 werd Willem Tijsz. Maes vennoot, tegen betaling van f. 500,=, als derde part van de verkoopsom. Toen de Fransen in 1795 Nederland veroverden, was Manus Blaauw herbergier. Hij was ooit burgemeester en woonde in het oude gemeentehuis. Een lange rij van herbergiers hebben de zaak gerund (zie namenlijstje op de laatste bladzijde).
Oudere Wormers zullen zich nog herinneren hoe de herberg na de zondagse kerkdienst vol stroomde. Velen stalden hun paard-en-wagen aan de uitspanning in het midden, rechts van de herberg. Het Mooriaanshoofd kreeg vooral bekendheid door de kolfbaan waarover op de volgende pagina iets wordt verteld.
In 1989 kreeg dochter Gré van Henk en An Stam, met haar man Winfried Leegwater de zaak in handen. De zaak werd geheel gerestaureerd onder leiding van Winfried. Daar tussendoor serveerden ze gespecialiseerde visschotels, waaruit bleek dat hij, behalve verbouwen, ook een uitstekend kok is. Er is plaats voor bruiloften en partijen in verschillende zalen, die geheel in oud-Zaanse stijl zijn opgetrokken en de spreuken op de plafondbalken, met een mooie oudhollandse letter geschilderd, spreken voor zich.
Ook liefhebbers van spelletjes kunnen hier hun hart ophalen, want er zijn diverse oudhollandse spelen zoals de sjoelbak, een gatenbiljart, wielerboot, tolkegelspel en galkegelspel en nog diverse andere spelletjes. De aangebouwde kolfbaan, één van de weinige nog in de Zaanstreek aanwezig, dateert uit de 19e eeuw; voordien was er waarschijnlijk al een open buitenbaan.
In 1591 werd de zaak overgenomen door Claesz Waert. En zo'n tachtig jaar later, in 1675, ging de herberg over in handen van het Gilde der Gistjagers. Dit genootschap leverde gist voor het deeg van de alom bekende 'tweeback', een dubbel gebakken soort scheepsbeschuiten, vrij lang houdbaar, zodat dit voor de walvis-, haring- en koopvaardijvaart een zeer geliefd en betrouwbaar voedsel was. Dit werd dan ook op grote schaal gebakken in de circa 150 bakkerijen van Wormer en Jisp. Hierbij inbegrepen de vele mensen die thuis in een klein oventje ook tweeback bakten en dit leverden aan de bakkers, of dit door speciale broodventers op de markt in Amsterdam lieten verkopen.
Vaak werd het scheepsvolk in die tijd in het Mooriaanshoofd, of in een andere herberg aangemonsterd. Pal tegenover het Moerjaenshooft stond het Reghthuijs, waar de gemeenteraad zitting hield. Ook werden sommige vergaderingen in het Moerjaenshooft gehouden, bijvoorbeeld door de Heemraden van de banne Wormer, Jisp en Neck.
In 1712 werd Willem Tijsz. Maes vennoot, tegen betaling van f. 500,=, als derde part van de verkoopsom. Toen de Fransen in 1795 Nederland veroverden, was Manus Blaauw herbergier. Hij was ooit burgemeester en woonde in het oude gemeentehuis. Een lange rij van herbergiers hebben de zaak gerund (zie namenlijstje op de laatste bladzijde).
Oudere Wormers zullen zich nog herinneren hoe de herberg na de zondagse kerkdienst vol stroomde. Velen stalden hun paard-en-wagen aan de uitspanning in het midden, rechts van de herberg. Het Mooriaanshoofd kreeg vooral bekendheid door de kolfbaan waarover op de volgende pagina iets wordt verteld.
In 1989 kreeg dochter Gré van Henk en An Stam, met haar man Winfried Leegwater de zaak in handen. De zaak werd geheel gerestaureerd onder leiding van Winfried. Daar tussendoor serveerden ze gespecialiseerde visschotels, waaruit bleek dat hij, behalve verbouwen, ook een uitstekend kok is. Er is plaats voor bruiloften en partijen in verschillende zalen, die geheel in oud-Zaanse stijl zijn opgetrokken en de spreuken op de plafondbalken, met een mooie oudhollandse letter geschilderd, spreken voor zich.
Ook liefhebbers van spelletjes kunnen hier hun hart ophalen, want er zijn diverse oudhollandse spelen zoals de sjoelbak, een gatenbiljart, wielerboot, tolkegelspel en galkegelspel en nog diverse andere spelletjes. De aangebouwde kolfbaan, één van de weinige nog in de Zaanstreek aanwezig, dateert uit de 19e eeuw; voordien was er waarschijnlijk al een open buitenbaan.